string(2) "be"
array(7) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(60) "https://schrijf.be/nl/blog/taal-kruipt-waar-ze-niet-gaan-kan" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" ["locale"]=> string(5) "nl-BE" }
array(6) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(60) "https://schrijf.be/nl/blog/taal-kruipt-waar-ze-niet-gaan-kan" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" }
Taal kruipt waar ze niet gaan kan
’s Morgen een keer ... jij heef mij wel verschrikt. Mijn jongste dochter is aan het woord. En zo drie als ze is, ontdekt ze de attracties in de taalkundige speeltuin. Klinkt het niet, dan botst het. Voor papa en mama is het soms lastig om te begrijpen wat ze probeert te zeggen. Maar oefening baart kunst. De zin hierboven betekent trouwens: Vorige week deed jij me verschieten.
Niet simpel, hé oma?
Met haar onbevangenheid ontmaskert ze trouwens de grappigste taalspelingen. Een tijdje terug stond ze naast haar oma in de tuin:
“Oma, hoe heten die witte bloemetjes?”
“Dat zijn meiklokjes.”
“Zijn dat uw klokjes, oma?”
“Neen, dat zijn meiklokjes!”
“Awel … uw klokjes.”
“Ja … inderdaad … mijklokjes.”
Krachtvoer voor de geest
En na zo een staaltje van ondoorgrondelijke taallogica kruip ik met de grootst mogelijke glimlach opnieuw achter mijn copywriterstafel: in haar absolute eenvoud kan taal zó mooi zijn. Mocht ik een taalgoeroe moeten aanduiden, dan maakt mijn dochter een grote kans. :-)