string(2) "be"
array(7) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(56) "https://schrijf.be/nl/blog/machine-of-boek-in-mijn-brein" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" ["locale"]=> string(5) "nl-BE" }
array(6) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(56) "https://schrijf.be/nl/blog/machine-of-boek-in-mijn-brein" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" }
Machine of boek in mijn brein
Terwijl ik deze blog typ, draait de taalmachine in mijn hoofd op volle toeren. Ze helpt me bij de vervoegingen van regelmatige werkwoorden. Die bouwt ze telkens op volgens de regel 'stam + te(n), de(n), t of d’. De taalmachine dicteert: typen, typte, getypt.
Woordenboek in mijn hoofd
Onregelmatige werkwoorden? Die pluk ik volgens taalkundigen dan weer uit mijn mentale lexicon: het woordenboek in mijn hoofd. Daar stak ik ze na herhaaldelijk opdreunen: steken, stak gestoken - schrijven, schreef, geschreven - duiken, dook, gedoken.
Pocket-versie of Dikke van Dale
De korte samenvatting van deze taaltheorie: onregelmatige werkwoorden halen we vlug uit ons geheugen. Regelmatige vormen we met onze taalmachine. En dat gaat ietsje trager.
Of toch niet? Wieke Tabak, taalkundige aan de Radboud Universiteit besluit iets helemaal anders. Volgens haar zitten regelmatige werkwoorden evengoed in ons mentale woordenboek. Tóch als we ze frequent gebruiken, zoals werken en huilen.
Haar bewijs: we maken ook fouten bij regelmatige werkwoorden. Wat niet kan als de taalmachine ze altijd volgens de regel ‘stam + … ’ produceert!
Mentaal vs reëel
Mentaal woordenboek of taalmachine? Ik vertrouw liever op de kwaliteitsbewaker en Marcelvan Schrijf.be. Die bestaan zeker. En brengen elke vervoeging tot een goed einde. Gelukkig maar!