string(2) "be"
array(7) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(49) "https://schrijf.be/nl/blog/dat-doet-de-deur-dicht" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" ["locale"]=> string(5) "nl-BE" }
array(6) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(49) "https://schrijf.be/nl/blog/dat-doet-de-deur-dicht" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" }
Dat doet de deur dicht
Enkele maanden geleden schreef ik webteksten voor een Nederlandse klant. En het was natuurlijk onze eindredacteur van bij de Noorderburen die mijn schrijfsels onder handen nam. Té Vlaamse woorden haalde hij eruit, en verving hij door een passender alternatief. Logisch, dus ik stond er niet al te lang bij stil. Ook niet toen hij mijn 'opendeurdag' eruit kegelde voor 'open dag'.
Een open deur of een open dag?
Nu kom ik gisteren aangewandeld in het station. En wat zie ik daar op een groot bord? Jawel, de NMBS houdt ... open dagen. En deze keer ging ik er niet onverschillig aan voorbij. Hoe langer ik bij de term stilsta, hoe raarder ik hem vind. Voor mij is 'de deur' toch vrij onmisbaar in het hele gebeuren. Want is het niet zij, en zij alleen, die open (of dicht) kan? Of bestaat er dan ook zoiets als een dag die zich opent en sluit? Ik dácht het niet.
De Taalunie leert me dat beide woorden standaardtaal zijn. 'Open dag' is dat voor het héle Nederlandse taalgebied. Terwijl 'opendeurdag' dat alleen in België is. Waar het ook veel gangbaarder is dan zijn variant. Dan vind ik het raar dat nota bene de Nationale Maatschappij van de Belgische Spoorwegen niet gewoon spreekt van 'opendeurdag'.