string(2) "be"
array(7) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(54) "https://schrijf.be/nl/blog/nederlanders-zien-het-groot" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" ["locale"]=> string(5) "nl-BE" }
array(6) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(54) "https://schrijf.be/nl/blog/nederlanders-zien-het-groot" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" }
Nederlanders zien het groot
Nederlanders zien het groot. Dat blijkt zelfs uit de naamgeving van hun bedrijven die niet groot zijn. Hun ondernemers dromen van bij de start al van meer, en keren meteen de chronologische volgorde om. Het bewijs? Mkb: midden- en kleinbedrijf.
Kmo
De Vlaming noemt een mkb een kmo. Hij begint bescheiden en groeit dan in zijn 'kleine of middelgrote onderneming'. En blijft bescheiden, want zijn kmo mag tot 250 werknemers tellen.
En dus niet 50 - zoals het Van Dale-praktijkwoordenboek stelt. Dat kan hier zijn 'Hollandse' aard niet verbergen, want in Nederland ligt de mkb-bovengrens wel degelijk bij 50 werknemers.
PME
Engelsen gaan voor SME (small and medium enterprises).
En Franstaligen voor PME (petites et moyennes entreprises). Maar dáár zit een addertje onder het gras. Want in België vallen daar - zoals in de kmo - alle bedrijven onder met minder dan 250 werknemers.
Maar de Fransen passen de Europese wetgeving toe en filteren de héle kleine ondernemingen (<10 werknemers) minachtend weg als TPE (très petites entreprises). Europa maakt het nog bonter en veegt die zelfs onder de mat als 'microbedrijven':
- middelgroot: <250 werknemers
- klein: <50 werknemers
- micro: <10 werknemers
Dan tóch maar liever de mkb's!