string(2) "be"
array(7) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(38) "https://schrijf.be/nl/blog/mooiste-gat" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" ["locale"]=> string(5) "nl-BE" }
array(6) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(38) "https://schrijf.be/nl/blog/mooiste-gat" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" }
Mooiste gat
Af en toe waait een mooi woord me toe als een zachte zomerbries. Maar onlangs viel het letterlijk tussen de soep en de patatten. Ik dineerde met een charmante dame en we keuvelden levendig over koetjes en kalfjes. Toen vertelde ze me dat ze in het weekend veel last had gehad van geparkeerde auto's voor haar hofgat.
Op zijn Vlaams
Hofgat. Het lag op mijn bord te blinken als een asperge-op-zijn-Vlaams. Ik had het woord nog nooit gehoord, maar wist intuïtief toch wat ze bedoelde. Want wat eens een mooi hofgat was, is nu een ordinaire oprit. Een aarden pad bedolven onder klinkers, beton of asfalt. Om met de auto over te rijden, in plaats van dromerig over te kuieren ...
Grandeur
Hofgat. Ik walste het in mijn wijnglas. Het had iets van vroegere grandeur, van de gezusters Loveling. Een woord uit een tijd toen er nog geen zwarte, maar wel veel andere gaten waren. Zoals het mennegat, de oprit van een landbouwperceel. Had ik zelf maar zo'n hofgat, mijmerde ik later op de avond, toen ik mijn auto in de huurgarage parkeerde.