Maandelijkse tip?

 
 

Contacteer ons
(Open van 8:30 uur tot 17:00 uur)

Schrijf.be copy & content
Mechelsesteenweg 155
B-2860 Sint-Katelijne-Waver
BE 0848.540.558 

+ 32 15 27 55 10  -  info@Schrijf.be




Menu

Select your language

		string(2) "be"
	
		array(7) {
  ["title"]=>
  string(0) ""
  ["type"]=>
  string(7) "website"
  ["url"]=>
  string(42) "https://schrijf.be/nl/blog/das-na-spaaiteg"
  ["image"]=>
  string(23) "images/logo-schrijf.png"
  ["description"]=>
  string(0) ""
  ["site_name"]=>
  string(10) "Schrijf.be"
  ["locale"]=>
  string(5) "nl-BE"
}
	
		array(6) {
  ["title"]=>
  string(0) ""
  ["type"]=>
  string(7) "website"
  ["url"]=>
  string(42) "https://schrijf.be/nl/blog/das-na-spaaiteg"
  ["image"]=>
  string(23) "images/logo-schrijf.png"
  ["description"]=>
  string(0) ""
  ["site_name"]=>
  string(10) "Schrijf.be"
}
	

Das na spaaiteg!

U kent ze ongetwijfeld, want ze heeft al een baard van hier tot in Tokio: twee Antwerpenaars horen op een terrasje twee Limburgers praten: "Koen dzjië mich een stukske kalle, mene maaan, doeë jaan ich gek van!" En de andere Limburger antwoordt: "Pas oep, he menneke, of ik teur oech oep oer geziech!"

Depositphotos 4550963 xl 2015

De aandachtige Antwerpenaars glimlachen gemoedelijk en de ene zegt tegen de andere: "Zoe'n dialect: das toch schoeën he? Das na toch spaaiteg da waai da nie mieër kenne!"

Unesco

Het dialect sterft uit. Het is nu officieel want de Unesco heeft het gisteren gezegd. Het West-Vlaams en het Limburgs hebben nog een eeuw te gaan en dan zijn ze onherroepelijk verdwenen. "Spijtig!" zegt de ene. "Hoera!" roept de andere. De waarheid? Zij volgt haar eigenzinnige ik en ligt ergens in het midden, denk ik.

Niemand die zo graag Antwerps praat als ik. Geboren en getogen aan het Stadspark in de mooiste stad van West-Europa en omstreken, is het mijn moedertaal. En ook al woon ik nu al 35 jaar in Limburg: als mijn zus belt of als ik voel dat iemand in mijn gezelschap ook maar twee Antwerpse klanken produceert, schakel ik naadloos over op vlekkeloos Seefhoek-Antwerps, toch wat de klanken betreft. De bijbehorende woordenschat heb ik gelukkig niet helemaal onder de knie.

Laat het dus heel duidelijk zijn: ik houd van dialect.

Erg?

Maar vind ik het erg dat het (heel langzaam) verdwijnt? Tja, je kunt om al wat verdwijnt, treuren: de stoomtrein, de vaste telefoon, de schrijfmachine, de vulpen. En inderdaad, wat in de plaats komt, is niet altijd beter. Maar wat voor zin heeft het in het verleden te blijven vasthaken, als de toekomst zoveel meer perspectieven biedt? We leven nu eenmaal veel mondialer dan honderd jaar geleden. Oké, zelfs nu zijn er mensen die NOOIT de grenzen van hun dorp overschrijden. Maar dat wil je je omgeving toch niet meer aandoen? Regionaal leven en denken is af en toe zinvol, maar een mens van deze eeuw breekt toch uit zijn kooi, wil de wereld zien, smacht naar contacten met anderen? En er is maar één middel om dat altijd beter te doen: standaardtaal! En dan nog liefst correcte.

Op de letter

Willen wij als Vlaams volk groeien? Dan moet het via een correcte maar levende, een precieze maar speelse, een algemene maar ook typische cultuurtaal. Eentje waarop je trots bent. Die je herkent als was het je eigen ... moeder. Waarin je je dus helemaal kunt uitleven. Los van het elitaire gevoel dat ik vroeger kreeg, als zogenaamde hoogintellectuelen mij voorkauwden hoe ik dan wel mooi op de letter moest leren praten. Ik ril er nog van.

Schrijf.be

Wij doen met Schrijf.be enorme pogingen om die vlotte omgangstaal te promoten. Wij verplichten onze beren alle teksten die ze schrijven ook hardop te lezen. En wij schaven aan de woordenschat en de zinsbouw tot de tekst ook 'bekt'. Wars van alle stroefheid en wereldvreemdheid die geschreven standaardtaal nog veel te vaak toont. Zeker in ambtelijke teksten.

Ik denk dat wij met zijn allen een grote verantwoordelijkheid hebben. Als wij onze volgende generaties niet voeden met een gezonde, flexibele, rijke standaardtaal en ze laten ploeteren in een manke, dialectisch getinte, gebrekkige tussentaal, dan slaan we de bal helemaal mis.

Metataal

Thuis heb ik er het volgende op gevonden. Om mijn kinderen en kleinkinderen toch een gevoel van dialect mee te geven, spreek ik ALTIJD dialect als ik zwans of als ik echt héééél kwaad ben. Iedereen weet dat ondertussen en vindt het hilarisch. En meteen honoreer ik mijn moedertaal op het niveau dat ze verdient: in de marge van het boek, in de zijbeuk van de kathedraal, in de coulissen van het theater. En daar hoort dialect thuis. Basta!

Of oeërde nie choe?