string(2) "be"
array(7) { ["title"]=> string(0) "" ["type"]=> string(7) "website" ["url"]=> string(33) "https://schrijf.be/nl/blog/brexit" ["image"]=> string(23) "images/logo-schrijf.png" ["description"]=> string(0) "" ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" ["locale"]=> string(5) "nl-BE" }
array(6) { ["title"]=> string(53) "Brexit als voorbeeld van neologisme dat blijft hangen" ["type"]=> string(7) "article" ["url"]=> string(33) "https://schrijf.be/nl/blog/brexit" ["image"]=> string(42) "images/brexit_brandnieuwe_woorden_copy.jpg" ["description"]=> string(88) "Neologismen nestelen zich vaak snel in ons taalgebruik. Een bekend voorbeeld? De brexit." ["site_name"]=> string(10) "Schrijf.be" }
Brexit: voorbeeld van een pijlsnel aanvaard neologisme
Goed: hoe een politieke kwestie onze taalcreativiteit stimuleert. En fascinerend: hoe zo'n neologisme – hier een samensmelting van Britain en exit – zo snel zijn plaats verovert in onze taal.
De brexit bracht nog een hele reeks andere voorbeelden van neologismen met zich mee. Van Dale zet ze netjes op een rij in een eigen brexicon. Enkele voorbeelden:
• beleaver: iemand die wil dat het Verenigd Koninkrijk uit de EU stapt (blend van believer en leave)
• bremainer: iemand die wil dat het Verenigd Koninkrijk EU-lid blijft (blend van British en remainer)
• bregretter: iemand die het spijtig vindt dat de meerderheid van de Britten voor een brexit koos (blend van brexit en regretter)
• vertrekkamp: de groep van beleavers
• blijfkamp: de groep van bremainers
Conclusie: het Verenigd Koninkrijk is uit. Maar een heleboel neologismen zijn in.
En u? Schieten er u nog voorbeelden van neologismen te binnen? Shoot!